Jef Verheyen - Window on Infinity
Na het schilderij als een weergave van de werkelijkheid, begon de schilderkunst in de eerste helft van de 20e eeuw aan een ontdekkingstocht waarbij niet langer de afbeelding maar de verbeelding centraal staat. Aan de eindmeet van die evolutie staan bijvoorbeeld de colour fields painters, maar ook Jef Verheyens ‘vensters op het oneindige,’ die mee het startpunt voor de hedendaagse kunst markeren.
Want enerzijds werkt Le Peintre Flamant, zoals Verheyen zich noemde, in zijn oeuvre een dialoog uit met westerse maar ook oosterse artistieke tradities. Anderzijds vindt Verheyen als ‘denkend kunstenaar’ aansluiting bij de meer conceptuele opvatting over beeldende kunst die sinds de jaren zestig nog moeilijk weg te denken is.
Verheyen denkt zijn leven lang na over de universele waarde van kunst en komt op die manier tot wat voor hem essentieel is: het richten van onze blik. Als een venster op het oneindige suggereert zijn schilderkunst een contemplatieve ruimte waarbij de beleving van de toeschouwer verder reikt dan de fysieke grenzen van het doek.
Precies omdat Verheyen een bruggenbouwer is tussen moderne en hedendaagse kunst, werd deze tentoonstelling met de steun van het Jef Verheyen Archief opgevat als een samenwerking tussen het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) en het Museum voor Hedendaagse Kunst Antwerpen (M HKA).
Curatoren: Annelien De Troij & Adriaan Gonnissen
Window on Infinity - Room 01
VENSTER OP HET ONEINDIGE
Een schilderij kan veel meer zijn dan een weergave van de werkelijkheid. Daarom begint de moderne schilderkunst aan een zoektocht naar de bevrijding van de verbeelding. De ‘vensters op het oneindige’ van Jef Verheyen zijn een eindbestemming van die ontdekkingsreis. Le Peintre Flamant – zoals Verheyen zichzelf
noemt – neemt je mee naar wat voorbij de waarneming ligt. Hij richt je blik op het onmetelijke en onbevattelijke. Zijn contemplatieve ruimtes nodigen je uit om buiten de fysieke grenzen van het doek te treden. In Verheyens oeuvre schuilen dialogen tussen verschillende artistieke tradities, Europese en Oost-Aziatische. Hij verbindt artistiek experiment met Chinese filosofie. Schilderen met mediteren. Op die manier slaat Verheyen – als denkend kunstenaar – een brug tussen de moderne, conceptuele en hedendaagse kunst.
Window on Infinity - Room 02
Een universele taal
Tijdens zijn opleiding aan de Antwerpse academie is de keramiekklas voor Jef Verheyen de grootste ontdekking. Hij leert er Dani Franque kennen, zijn toekomstige vrouw. Samen reizen ze naar de keramiekateliers in Vallauris. In dat Zuid-Franse dorp had ook Pablo Picasso zijn werkplaats. Ze maken er kennis met de eeuwenoude basisvormen van dit ambacht. In 1955 openen Verheyen en Franque een eigen keramiekatelier in Antwerpen. Op de ateliermuur komen afbeeldingen van hun inspiratiebronnen samen. Een foto van Picasso hangt er naast tribale of precolumbiaanse sculpturen. Indonesische danseressen prijken naast de grotschilderingen van Lascaux. Verheyen herontdekt vanaf het midden van de jaren 1950 ook zijn liefde voor de schilderkunst. De beeldenatlas aan de muur herinnert hem aan de mystieke ‘oerfunctie’ van kunst. Zoals hij het omschrijft: “Schilderkunst kan iedereen aanvoelen, onze taal spreekt iedereen… of tenminste, iedereen is drager van de oervormen.”
Window on Infinity - Room 03
Mediteren bij kleur
Kleur, licht en textuur. Daarmee laat Jef Verheyen je stilstaan bij de leegte. Inspiratie daarvoor vindt hij in het Oost-Aziatische denken en in traditionele Chinese kunstambachten. Schilderen met één kleur (monochroom) of met een niet-kleur (achroom)? Die vraag houdt Verheyen vanaf 1957 bezig. Zijn ontmoeting in Milaan met Piero Manzoni en Lucio Fontana eind 1958 versterkt dat experimentele verlangen. Meteen hierna plant hij een tentoonstelling met internationale monochrome schilders in Antwerpen. Dat project gaat niet door, maar in 1960 komt er in het Duitse Leverkusen wel een gelijkaardige tentoonstelling. Verheyen en de monochrome schilders zetten zich op de kaart. Hun ‘kunstloze kunst’ biedt een alternatief voor de verfijnde toets van de impressionist en het grote gebaar van de abstracte expressionist. Voor hen telt alleen de poëzie van zuivere materie. Van kleur of niet-kleur. Want, zoals Verheyen schrijft: “In een monochroom of achroom schilderij moet het licht meer gevoeld dan gezien worden.”
Window on Infinity - Room 04
Non-plastische schilderkunst
Jef Verheyen ontdekt hoe het schilderdoek een belevingsruimte kan worden. Zelf beschrijft hij zijn stijl als een “non-plastische schilderkunst”. Dankzij de doorzichtige verflaagjes die hij boven elkaar aanbrengt, lijkt het alsof hij schildert met lucht. De penseelstreken zijn nauwelijks zichtbaar in zijn atmosferische landschappen. In deze donkere, gewasemde omgevingen overheerst een kosmische stilte. Vibraties lijken de ruimtes in een statische beweging te brengen. Zijn werkwijze met dunne, semitransparante verflagen is eeuwenoud. Jan van Eyck paste de glaceertechniek al toe in zijn olieverfschilderijen in de vijftiende eeuw. Le Peintre Flamant wil de techniek uitpuren in gedematerialiseerde ‘portretten’ van donker en licht.
“Toen ik voor het eerst in Milaan tentoonstelde en de bezoekers vertelde dat ik van hetzelfde land kwam als Van Eyck, Memling, Van der Weyden, Van der Goes en Rubens, waren zij stomverbaasd. Voor mijn Italiaanse vrienden en kennissen was ik op slag Jef Verheyen, ‘un giovane pittore fiammingo’. Zij herkenden in mijn werk de voortzetting van dat wat zij typisch vinden in la pittura fiamminga: het licht en de ruimte.”
Jef Verheyen, ca. 1970
Window on Infinity - Room 05
Licht voelen
“Het grote verschil tussen de impressionistische en de hedendaagse lichtopvatting is dat de impressionisten licht als ‘zien’ voelden en wij het daarentegen als ‘voelen’ zien. Het licht moet meer gevoeld dan gezien worden. Het is meer een kwestie van deelnemen.”
Jef Verheyen, 1960
Door middel van licht, kleur en ruimte wil Verheyen oneindigheid suggereren. Die kunstbeleving fascineert ook heel wat hedendaagse kunstenaars. Het KMSKA en het M HKA nodigen Kimsooja, Pieter Vermeersch, Ann Veronica Janssens en Carla Arocha & Stéphane Schraenen uit om een werk toe te voegen aan de tentoonstelling.
Hun installaties benadrukken Verheyens rol als verkenner van een andere kunstbeleving. Laat je verwonderen door bijzondere ruimtelijke ervaringen.
Window on Infinity - Room 06
Essentieel
In 1964 wagen Jef Verheyen en dichter Paul De Vree zich aan de experimentele film. In Essentieel kan Verheyen vibraties, reflecties en trillingen van licht écht voorstellen. De ervaring van het licht is voor hem belangrijker dan het schilderen zelf. In Essentieel zie je flitsende, monochrome kleurvlakken en abstracte voorstellingen van de elementen: vuur, water, aarde en lucht. Onherkenbare klanken worden onderbroken door steeds weerkerende zinnen in verschillende talen:
Als de zon zonnig alleen zijn
Off to the cosmos
Plonger dans l’infini
Quiver entirely
Window on Infinity - Room 07
Een doek met reflectoren in edelstaal van Hermann Goepfert. Een compositie met spiegelvlakken van Christian Megert. Een gesculpteerde torsievorm van Walter Leblanc. Anders dan zijn collega’s experimenteert Verheyen niet met spiegel, glas of staal. Hij schildert in olieverf op jute en houdt als schilder vast aan het tweedimensionale doek. Toch hebben al deze werken één ding gemeen: ze voeren een constante dialoog met het licht. Verheyen en de ZERO-kunstenaars nodigen je uit om niet te blijven stilstaan maar voorbij de werken te bewegen. Zo activeer je licht en ruimte en ga je deel uitmaken van het werk.
Window on Infinity - Room 08
Schilderen met lucht en rook
Rook, vlammen, regen en lucht. Hoe kan je de vluchtigheid van deze elementen vastleggen? Dat is wat Piero Manzoni, Yves Klein of Jef Verheyen bevragen. Ze tasten de limieten van de schilderkunst af en zoeken de grens met een meer conceptuele kunst op. Het concept of idee achter het kunstwerk is voor hen van groot belang. Dat vertaalt zich in Verheyens oeuvre in titels als Ruimte en Niet Ruimte.
Zelf blijft Verheyen trouw aan de schilderkunst. Door samenwerkingen aan te gaan met andere kunstenaars, dichters en architecten verkent hij wel andere artistieke media. Zo is de samenwerking met Günther Uecker in openlucht een Land Art project avant la lettre. Met architect Renaat Braem ontwerpt Verheyen een installatie voor het architectuurproject Integratie 64. Verheyen is ook co-curator van deze tentoonstelling, een rol die hij meermaals zal opnemen.
Window on Infinity - Room 09
Van Gogh tot Verheyen: Lichtzoekers
In schilderijen als Zwarte Zomer of Permeke schildert Jef Verheyen zijn idee van de Vlaamse atmosfeer, die eerder donker is. Later in de jaren 1960 trekt hij naar Brazilië, Mexico, Tunesië, Spanje, Italië en Frankrijk. Hij speurt er naar het licht dat overal anders is. Een noorderling op zoek naar het zuiderse licht: Vincent van Gogh deed het hem voor. In een brief uit 1889 schrijft Van Gogh vanuit de Provence aan zijn broer over het zuiderse licht: “Later zal mijn reis naar het Zuiden wellicht toch nog vruchten afwerpen, want door het verschil van het sterkere licht, de blauwe lucht, leer je kijken, en dan vooral en zelfs alleen als je er lang naar kijkt. (…) eerst moet je je ogen geleidelijk aan het andere licht laten wennen.” Ook Verheyen schrijft in zijn brieven over de betovering van het licht tijdens zijn reizen. “Hier tintelt alles!” De essentie van die impressies probeert hij over te brengen op doek.
Window on Infinity - Room 10
Lichtkathedralen
Na mono- en achromie, kiest Jef Verheyen voor panchromie. Hij omhelst alle kleuren van de regen- of zonneboog. Daarmee schildert hij lichtbrekingen, tondo’s en lichtkathedralen als hommages aan het licht. In 1974 verhuist Verheyen naar de Provence. Meermaals schrijft hij over het bijzondere “trillende licht”. Het inspireert hem tot een eerbetoon aan de impressionist Claude Monet. Alleen baseert Verheyen zich niet op de waarneming, maar op de verbeelding van licht als idee of concept. Licht krijgt hier vorm in het betoverende spel van kristalheldere kleuren. Verheyen schildert ze naar eigen zeggen “plat op een diep schilderij”. Adimensionaal, oneindig en ontastbaar.
Als een ruimte. Of als een adem.
Window on Infinity - Room 11
Geometrie en harmonie
Jef Verheyen gaat onophoudelijk de dialoog met de kunstgeschiedenis aan. Met zijn twee- en drieluiken en paravents sluit hij aan bij een lange traditie. Want ook in de eeuwenoude Chinese kamerschermen kwamen verschillende ambachten samen zoals textielontwerp, schilderkunst en meubelkunst. Verheyen onderzoekt in zijn vijfdelige paravent de grenzen tussen kunst en architectuur, schilderij en sculptuur, functie en decoratie. In de laatste serie schilderijen van Verheyens loopbaan werkt hij met geometrische basisvormen of perspectieflijnen. De schilder verdiept zich in wiskundige verhoudingen en in de Griekse filosofie als basis voor harmonie. Zo schildert hij de vierkante vorm van de megaron, een oud-Griekse term uit de architectuur. Tussen 1980 en 1984 schildert hij trompe l’oeil ruimtes waarin diamantvormige spiegels zweven in het oneindige.
Window on Infinity - Room De Keyserzaal
“Mechelen Marauder breekt de ruimte. Zijn vluchtige, doorschijnende, cilindrische vorm zet de roterende beweging verder in de ruimte. We willen contemplatie
uitlokken door de ruimte te destabiliseren. De spiegel, als een dagdagelijks object, functioneert als een medium dat tegelijkertijd aantrekt en afstoot. De afstoting varieert van kijker tot kijker omdat het iemands beeld breekt samen met alles wat zijn pad kruist. Het werk strekt zich uit als een wervelwind tussen het cirkelvormige vloermozaïek en het glazen plafond – als iets dat nauwelijks lijkt te stoppen.”
Carla Arocha & Stéphane Schraenen, 2023
Window on Infinity - Room Madonna 2.17
Voor Jef Verheyen is de schilderkunst als een “liturgie”. Een viering van kleur. Hij is geïnteresseerd in de symboliek van kleuren, de emoties die ze opwekken en de wisselwerking tussen kleur en betekenis. In zijn atelier hing een reproductie van de Madonna van Jean Fouquet. Hier hangt Verheyens diptiek Lux est Lex naast het 15de-eeuwse meesterwerk dat oorspronkelijk ook deel was van een tweeluik. Beide kunstenaars spelen met het contrast tussen blauw en rood, koud en warm. De cherubijnen en serafijnen worden kleurvlakken. Verheyens diptiek brengt een eerbetoon aan een schilderij dat omwille van zijn moderne karakter surreëel aandoet. Het had evengoed vandaag geschilderd kunnen zijn.
Window on Infinity - Room Profusion 2.11
Fiori Oscuri. Dat betekent ‘donkere bloemen’ in het Italiaans. De titel verraadt dat je naar een bloemstilleven kijkt. Hier geen nauwkeurige weergave van donkerrode rozen, maar louter de idee, de kleur. De renaissancelijst is als een venster. Een venster op een oneindig kleurveld. Bloemen, en bij uitbreiding ons bestaan, zijn vergankelijk. Daarover schreef Verheyen in zijn notities dat “de donkere bloemen zo donker zijn als bloed. Het bloed van donkere bloemen.”