De Belgische ZERO-kunstenaar Jef Verheyen (1932-1984) werd bekend als de schilder van lichtstromen en kleurspectra. Hij experimenteerde niet alleen met licht, maar ook met beweging en het onzichtbare als middel om natuurlijke mechanismen op te roepen en universele onderlinge relaties tussen de mens en de omringende wereld bloot te leggen. Hij gebruikte geometrische principes – zijn passie voor meetkunde is ontstaan ​​uit zijn interesse in wiskunde en (Griekse) filosofie – als basis voor harmonie. Verheyen gaf traditionele media en materialen zoals canvas, verf en penselen nooit op om op zoek te gaan naar de essentie van onze natuur.

Piero Manzoni

Linea, 1959
Private Collection
Tekening , 333 x 234 mm
ink, paper

Piero Manzoni (1933-1963) is een van de grote legendes van de kunst na 1945, niet in het minst omdat hij het wapen van de provocatie zo goed wist te hanteren. Het door en door onesthetische oeuvre - van de *Achromes* (witte, met porseleinaarde doordrenkte en geplooide doeken) tot de ingeblikte kunstenaarspoep en de *Linea*, korte of ellenlange lijnen op papier – maakt komaf met het ergerlijke en vervelende mystieke discours waarin kunst was gehuld in die tijd. Het is die vrolijke voyou die begin 1962 aan G58 antwoordt dat hij graag wil meedoen met *Anti-peinture*: ‘Voor deze gelegenheid zou ik iets “moving” willen maken, meer bepaald een ‘moving shit’, maar ik weet niet of ik nog tijd heb om het op punt te stellen.’ Het is gelukkig goed gekomen en Manzoni was in *Anti-peinture* vertegenwoordigd met *peinture achrome*, *merda d’artista* en *ligne infinie*.