The Belgian ZERO artist Jef Verheyen (1932-1984) became known as the painter of light streams and colour spectra. He experimented not only with light, but also with movement and the invisible as means to evoke natural mechanisms and to reveal universal interrelationships between human beings and the surrounding world. He used geometric principles – his passion for geometry was born out of his interest in mathematics and (Greek) philosophy – as the basis for harmony. Verheyen never gave up on traditional media and materials such as the canvas, paint, and brushes to search for the essence of our nature. 

Jef Verheyen

AB = BC (NL), 1964
Text

AB = BC

 

Beweren dat er geen rechte lijn  in de werkelijkheid bestaat, is misschien absurd, vermits men moeilijk de ideële  van de reële wereld kan scheiden en de ene wereld noodzakelijkerwijze heb gevolg is van de andere. Maar hij die beweert dat er een rechte lijn moet bestaan om een gebogen lijn te kennen, is naast de kwestie.

Het kubisme heeft wellicht bijgedragen tot een zekere vooruitgang; het was revolutionair in zijn tijd, maar desondanks blijven de hoenders ronde eieren leggen en de planeten gaan voort sferisch te zijn. inderdaad: Mondriaan  heeft de gebogen lijnen rechtgetrokken; zijn systeem herleidde zich tot de horizontale – verticale, een model dat totaal in tegenspraak is met de realiteit en dat daarom misschien voortgaat abstract te blijven. Het is slechts in de ideële wereld dat alles recht is, horizontaal en verticaal, het is slechts in de abstractie dat de beweging der dingen rechtlijnig is. Het is een feit: de laatste architecturale fenomenen berusten op kubistische opvatting der constructie, maar zijn de mogelijkheden door het gewapend beton geboden iet groter? Neutraliseren zich niet de lijnen en het gebogen plan? Is deze constructie niet de volle ledigheid, een leegte werkelijk vol?

Alles hangt waarschijnlijk van de voorstelling af of van de verschillende manieren waarop men een verschijnsel waarneemt. Dat de zon voor de ene een cirkel is, voor de andere een platte schijf, een statisch zowel als een dynamisch volume voor een derde, dat sluit niet uit dat in feite het fenomeen zon al deze aspecten tegelijkertijd is.

Abstractie – symbool – volume zijn de onderscheiden namen voor een zelfde fenomeen, maar ze duiden erop hoe iemand een ding waarneemt. Indien ik hier een cirkel trok en hem verdeelde door de horizontale lijn AC en zo ik door het middelpunt de verticale A’B trok, niemand zou het feit in twijfel trekken dat AB  gelijk is aan BC.

Maar ik vraag me af waarom die cirkel en die lijnen moeten worden waargenomen in een plat vlak. Zijn die cirkel en die lijnen niet bolvormig en staat het geheel niet dichter bij de realiteit? Zou men niet dichter zijn bij het fenomenale? 

 

                                                                                                          Jef Verheyen

Published in

Plan 1: Integratie, exh. cat., 1964: p. 40. (Alongside sketch of Frankfurt school project with S. Paquet)